Navigation Menu+

Ontwerpen van klein naar groot

1307-141121-illustratie-lint-

De ruimtelijke invulling van het eiland is bedacht vanuit de kleinste eenheid. De kiem van de eilandontwikkeling ligt bij de eerste initiatiefnemers. Om tot een geslaagde eilandontwikkeling te komen moeten we initiatieven de kans geven op het eiland te landen.

Uit ieder initiatief dat op het eiland wordt genomen zullen nieuwe wensen voortkomen die een verdere invulling aan de ontwikkeling van het eiland geven.

Om er voor te zorgen dat de wensen van de verschillende initiatiefnemers elkaar ruimte laten en waar nodig versterken is een set afspraken nodig. De basis voor de juridische en planologische afspraken is vastgelegd in een globaal bestemmingsplan dat al voor het eiland is vastgesteld. Dit bestemmingsplan vormt het kader voor de ordeningsprincipes waarlangs we het eiland willen ontwikkelen. Uit de ordeningsprincipes komen scenario’s voort waarin ideeën worden geformuleerd die een inspiratiebron vormen voor nieuwe initiatieven.

Het ontwerp voor het eiland komt tot stand in een organisch proces. CPEI zet als eerste initiatief de ontwikkeling in gang. De door CPEI geformuleerde ordeningsprincipes vormen het uitgangspunt voor een groeiend aantal initiatieven. Gaande het proces wordt het palet aan wensen diverser, het geheel aan afspraken complexer en de ideeënrijkdom groter.

Het CPEI-initiatief start met de wens het eiland collectief te ontwikkelen. Het zwaar bevochten bestemmingsplan geeft als uitgangspunt een rechthoekig bouwvlak in het midden van het eiland. De rechthoek waarbinnen gebouwd mag worden is veel kleiner dan de grond die boven het water uitkomt. Binnen het gedachtengoed van CPEI kan de ruimte aan de randen bij uitstek benut worden om een collectieve kwalteit te genereren. Door vast te leggen dat de overgang tussen water en land openbaar blijft is een eerste ordeningsprincipe een feit.

Omdat iedere zijde van het eiland specifieke uitgangspunten en kwaliteiten heeft ligt het voor de hand deze te benoemen om tot een verdere ontwikkeling van het eiland te komen:

  • De entreekade: Ten zuiden ligt de oostelijke entree tot IJburg en Amsterdam. De Muiderlaan rijdt langs de brede watergang die de tweede fase IJburg loskoppelt van de eerste fase. De kade verbindt IJburg met de A9 en is de meest zichtbare zijde van het eiland voor voorbijgangers.
  • De stadsboulevard. Vanaf 2015 wordt een weg aangelegd om de nieuwe locatie van Blijburg te ontsluiten. Deze boulevard aan de westzijde van het eiland zou ook de toegang tot de toekomstige eilanden van de tweede fase IJburg moeten gaan vormen. De ruimte die hier is voor tijdelijke initiatieven zou geleidelijk over kunnen gaan in een permanente programmering.
  • Het strand. De oostzijde kijkt uit op de Diemervijfhoek en biedt kansen voor natuur, water en recreatie.
  • De baai. De noordzijde is vrij van strenge kaders en zelfs de countour ligt niet vast. In deze baai is ruimte om initiatieven te koppelen aan het water en een landschappelijke invulling te maken die aansluit bij de wensen van de eilandbewoners.

Uit de wens meerdere initiatieven op het eiland te laten landen ontstaat al snel de vraag waar met een initiatief gestart kan worden. Als tweede ordeningsprincipe wordt daarom het stedelijk lint geïntroduceerd. Bebouwing aan een lint kan starten zonder dat bekend is hoe het lint verder vertakt. Een lintstructuur kan verspringen, vervormen en is vrijer om initiatieven van verschillende afmetingen en karakter naast elkaar te realiseren. We kennen lintbebouwing langs dorpsstraten, uitvalswegen en ook de Amsterdamse grachten zijn als lint te beschouwen.

De linten zullen ontsloten worden via de stadsboulevard en de entreekade. Waar gestart wordt is afhankelijk van de eerste initiatieven. Het ligt voor de hand initiatieven aan een lint te bundelen om efficiënt te investeren. Tegelijkertijd biedt CPEI ruimte om initiatieven te starten aan een nieuw lint of aan een nieuwe vertakking van een lint.

Het Centrumeiland heeft de juiste schaal om het experiment van een hedendaagse organische ontwikkeling aan te kunnen. In de praktijk zal het verstandig blijken een getrapte beslissingsstructuur te maken. Per maximaal 40 eenheden wordt een bouwveld vrijgegeven.

Lees hier de pdf met het complete maatschappelijk bod